De EU-ontbossingsverordening (EUDR) is een baanbrekende milieuwet die is ontworpen om wereldwijde ontbossing en bosdegradatie te bestrijden. Deze stelt strenge nalevingsvereisten aan bedrijven die bepaalde risicovolle producten op de EU-markt brengen of exporteren.
Omdat ontbossing een belangrijke oorzaak is van klimaatverandering en verlies aan biodiversiteit, is EUDR een belangrijk onderdeel van de duurzaamheidsstrategie van de EU.
Het is met name relevant voor bedrijven die actief zijn in de landbouw, voedselvoorziening, bosbouw, detailhandel en wereldwijde toeleveringsketens. Begrip van en voorbereiding op de EUDR is nu essentieel voor naleving van de wetgeving, toeleveringsketenbeheer en ESG-afstemming.

Wat is de EU-ontbossingsverordening (EUDR)?
De EUDR is een juridisch bindende verordening die ervoor moet zorgen dat producten die verband houden met ontbossing en bosdegradatie niet binnen de EU worden verhandeld of daaruit worden geëxporteerd.
Juridische definitie en doelstellingen
De EU-ontbossingsverordening (EUDR), officieel bekend als Verordening (EU) 2023/1115, trad in werking op 29 juni 2023. De toepassing ervan start voor de meeste bedrijven op 30 december 2025, met een latere deadline van 30 juni 2026 voor micro- en kleine ondernemingen. Deze bijgewerkte tijdlijnen weerspiegelen een uitstel van twaalf maanden dat de Europese Commissie in oktober 2024 voorstelde naar aanleiding van zorgen van belanghebbenden.
De EUDR is een juridisch bindende verordening die tot doel heeft te voorkomen dat producten die verband houden met ontbossing en bosdegradatie de EU-markt binnenkomen of verlaten. De verordening vormt een belangrijk onderdeel van de bredere milieu-, klimaat- en duurzaamheidsdoelstellingen van de EU.
De belangrijkste doelstellingen van de verordening zijn:
- Om ontbossing en bosdegradatie als gevolg van EU-handel te voorkomen.
- Om de handel in ontbossingsvrije producten te bevorderen.
- Ter ondersteuning van klimaatactie en het behoud van biodiversiteit.
- Om ervoor te zorgen dat in productiegebieden de rechten van de inheemse bevolking en de mensenrechten worden gerespecteerd.
Deze doelstellingen weerspiegelen de intentie van de EU om een systematische verandering teweeg te brengen in de manier waarop grondstoffen wereldwijd worden geproduceerd, verkregen en gecontroleerd.
Belangrijkste beginselen van de verordening
Er moeten drie kernvoorwaarden worden vervuld voordat een product op de EU-markt kan worden gebracht of daaruit kan worden geëxporteerd:
- Het moet ontbossingsvrij zijn, wat betekent dat het is geproduceerd op land dat na de deadline van 31 december 2020 niet te maken heeft gehad met ontbossing of bosdegradatie.
- Het moet legaal geproduceerd zijn, in overeenstemming met alle toepasselijke wetten in het land van herkomst, waaronder landgebruiksrechten, milieubescherming, arbeidsrechten en rechten van inheemse volken.
- Er moet een due diligence-verklaring worden opgesteld die via een centraal EU-informatiesysteem moet worden ingediend voordat het product op de markt komt of wordt geëxporteerd.
Deze voorwaarden gelden uniform voor zowel geïmporteerde als in de EU geproduceerde goederen, waardoor een gelijk speelveld voor alle bedrijven, ongeacht hun herkomst, gewaarborgd is. De verordening staat geen markttoetreding toe indien aan een van de drie voorwaarden niet wordt voldaan, zelfs niet in gevallen waarin producten wel aan de lokale normen voldoen, maar niet aan de strengere milieu- en wettelijke criteria van de EU.
Het doel is niet alleen om ontbossing te voorkomen, maar ook om de verantwoordingsplicht en transparantie in wereldwijde toeleveringsketens te vergroten door naleving van de wet- en regelgeving en milieuverantwoordelijkheid bij alle actoren af te dwingen.
Wie moet zich aan de EUDR houden?
De EUDR definieert duidelijke en bindende verplichtingen voor alle bedrijven die betrokken zijn bij het op de EU-markt brengen, verhandelen of exporteren van relevante producten. Dit geldt zowel voor bedrijven die binnen de EU actief zijn als voor bedrijven die buiten de EU gevestigd zijn maar wel naar de EU exporteren.
Operatoren en handelaren
Exploitanten zijn rechtspersonen of natuurlijke personen die gereguleerde producten voor het eerst op de EU-markt brengen of vanuit de EU exporteren. Dit omvat fabrikanten, importeurs of producenten van relevante goederen.
Handelaren zijn bedrijven die deze producten binnen de EU verder distribueren, maar ze niet rechtstreeks importeren of exporteren.
Zowel exploitanten als grote handelaren zijn verplicht een due diligence-systeem op te zetten en te onderhouden dat voldoet aan de wettelijke vereisten van de EUDR. Zij moeten een due diligence-verklaring indienen via een speciaal EU-informatiesysteem voordat ze producten op de markt brengen of exporteren. Deze verklaring bevestigt dat het product ontbossingsvrij is, legaal is volgens de wetgeving van het land van herkomst en onderbouwd is met een risicobeoordeling.
Indien u het vereiste due diligence-onderzoek niet uitvoert of de vereiste verklaring niet indient, kan dit ernstige juridische en financiële gevolgen hebben.
MKB en verlengde deadlines
De EUDR biedt kleine en micro-ondernemingen (KMO's) overgangsflexibiliteit, waarbij rekening wordt gehouden met hun beperkte middelen:
- Voor het MKB geldt een verlengde deadline voor naleving, namelijk tot 30 juni 2026. Dit weerspiegelt het goedgekeurde uitstel van 12 maanden.
- Van MKB-ondernemers wordt niet verwacht dat zij zelf een due diligence-onderzoek uitvoeren, maar zij moeten er wel voor zorgen dat hun leveranciers, doorgaans grotere exploitanten, dit hebben gedaan en alle benodigde documentatie hebben aangeleverd.
Dit ontslaat hen echter niet van hun verantwoordelijkheid. Alle actoren in de toeleveringsketen zijn wettelijk verantwoordelijk voor het waarborgen dat producten voldoen aan de EUDR-vereisten, ongeacht de bedrijfsgrootte. MKB's dienen daarom hun leveranciers zorgvuldig te controleren en documentatie bij te houden om naleving aan te tonen indien de autoriteiten daarom vragen.
Welke producten en goederen vallen onder EUDR?
De verordening richt zich op een specifieke reeks risicovolle grondstoffen die nauw verband houden met wereldwijde ontbossing en bosdegradatie. De verordening is niet alleen van toepassing op grondstoffen, maar ook op alle producten die deze grondstoffen bevatten, ermee worden gevoed of met deze grondstoffen worden gemaakt – ongeacht of ze geïmporteerd of binnen de EU geproduceerd zijn.
Lijst met relevante goederen
Momenteel omvat de EUDR zeven belangrijke producten:
- Vee: inclusief rundvlees, leer en aanverwante producten. Veeteelt is een belangrijke oorzaak van ontbossing in regio's zoals de Amazone.
- Cacao: gebruikt in chocolade en zoetwaren. De cacaoteelt heeft bijgedragen aan aanzienlijk bosverlies in West-Afrika.
- Koffie: Koffie wordt wereldwijd veel geconsumeerd. Bij het verbouwen van koffie wordt vaak bos gekapt, vooral in Latijns-Amerika en Zuidoost-Azië.
- Oliepalm: gevonden in bewerkte voedingsmiddelen, cosmetica en biobrandstoffen. De productie van palmolie is een belangrijke oorzaak van ontbossing in Indonesië en Maleisië.
- Rubber: gebruikt in banden, schoenen en industriële goederen. Rubberplantages hebben natuurlijke bossen in Zuidoost-Azië vervangen.
- Soja: gebruikt voor diervoeder, bewerkte voedingsmiddelen en biobrandstoffen. Sojateelt heeft bijgedragen aan boskap, vooral in Brazilië en Argentinië.
- Hout: omvat hout, meubilair, pulp en papier. Niet-duurzame houtkap draagt al lang bij aan bosverlies wereldwijd.
Elk van deze grondstoffen is geselecteerd op basis van de omvang van de handel met de EU en de directe link met ontbossing. Afhankelijk van risicobeoordelingen en markttrends kunnen in toekomstige herzieningen nog meer grondstoffen worden toegevoegd.
Gedekte producten en bijlage I
Bijlage I van de EUDR definieert de specifieke producten waarop deze betrekking hebben, aan de hand van EU-douaneclassificatiecodes. Deze omvatten grondstoffen zoals sojabonen en palmolie, evenals afgeleide producten zoals chocolade, leer, houten meubels, papier en rubberbanden. De lijst is gebaseerd op de codes van de Gecombineerde Nomenclatuur (GN) van de EU, die bedrijven kunnen verifiëren via TARIC of nationale douaneclassificatietools. Als de code van een product niet in bijlage I staat, valt het buiten de reikwijdte van de verordening.
Uitzonderingen en bijzondere gevallen
De EUDR verleent vrijstelling voor gerecyclede producten, verpakkingen die uitsluitend worden gebruikt ter ondersteuning of het vervoer van andere goederen, en artikelen aan het einde van hun levenscyclus. Indien dergelijke materialen echter als zelfstandige producten worden verkocht en gereguleerde grondstoffen bevatten, kunnen ze nog steeds onder de reikwijdte van de verordening vallen.
Wat is due diligence onder EUDR?
Due diligence is het belangrijkste nalevingsmechanisme van de EUDR. Het omvat het verzamelen, verifiëren en beoordelen van risico-informatie.
Due Diligence-vereisten
Voordat zij een product op de markt brengen, moeten exploitanten en handelaren:
- Verzamel gedetailleerde product- en toeleveringsketeninformatie.
- Identificeer het land en de exacte geografische locatie van de productie.
- Controleer of aan de lokale wetgeving wordt voldaan en bevestig de status van ontbossingsvrij land.
- Dien een due diligence-verklaring in bij het EU-register.
- Bewaar de documentatie vijf jaar lang.
Het proces moet voor elke relevante productbatch worden uitgevoerd.
Risicobeoordelingsproces
Bij een grondige risicobeoordeling moeten meerdere factoren in overweging worden genomen, waaronder:
- Het land van productie en de classificatie als hoog, standaard of laag risico.
- De aanwezigheid van inheemse gemeenschappen in of nabij het productiegebied.
- De complexiteit en transparantie van de toeleveringsketen.
- De betrouwbaarheid en volledigheid van de door leveranciers verstrekte documentatie.
Deze factoren helpen bepalen of het risico op ontbossing of overtreding van de wet verwaarloosbaar is of dat er maatregelen nodig zijn voordat het product op de markt kan worden gebracht.
Risicobeperkende maatregelen
Als het risico niet verwaarloosbaar is, moeten bedrijven passende maatregelen nemen voordat ze producten op de markt brengen. Dit kan onder meer het verzamelen van aanvullende documentatie, het laten uitvoeren van onafhankelijke audits of het samenwerken met leveranciers om verbeteringen door te voeren.
Risicobeperking moet jaarlijks worden gedocumenteerd en geëvalueerd.

Hoe bereidt u zich voor op EUDR-naleving?
Naleving van de EUDR is zowel complex als tijdgevoelig en vereist een proactieve, gestructureerde aanpak van bedrijven. Vroegtijdige voorbereiding is essentieel, niet alleen om aan wettelijke deadlines te voldoen, maar ook om verstoringen te voorkomen, veerkrachtige systemen te bouwen en toewijding aan duurzaamheidsdoelen te tonen.
Interne stappen en teamopstelling
Bedrijven moeten:
- Stel een speciaal complianceteam samen met juridische, inkoop- en duurzaamheidsmanagers om cross-functionele coördinatie te garanderen.
- Controleer productportfolio's om te bepalen welke goederen onder het toepassingsgebied van de verordening vallen op basis van Bijlage I.
- Werk interne beleidsregels en leverancierscontracten bij om EUDR-vereisten voor due diligence en traceerbaarheid op te nemen.
In deze voorbereidingsfase moeten ook duidelijke rollen en verantwoordelijkheden worden toegewezen aan de verschillende afdelingen. Dit moet worden ondersteund door ondersteuning op directieniveau om de toewijzing van middelen en verantwoording te waarborgen.
Gegevensverzameling en traceerbaarheid
Succesvolle naleving hangt af van het opbouwen van inzicht in de toeleveringsketen en traceerbaarheid tot op perceelniveau. Bedrijven zouden:
- Implementeer of upgrade IT-systemen die gestructureerde gegevensverzameling, opslag en risico-documentatie ondersteunen.
- Gebruik geolocatietools en satellietbeelden om de herkomst van goederen te traceren en ervoor te zorgen dat de productie heeft plaatsgevonden op niet-ontbost land.
- Zorg voor systeeminteroperabiliteit met het centrale register van de EU voor het indienen van due diligence-verklaringen.
Deze investeringen verkleinen het risico op non-compliance en kunnen op de lange termijn zorgen voor efficiëntieverbeteringen in ESG-rapportage en leveranciersbeheer.
Leveranciersbetrokkenheid
Leveranciers staan voorop als het gaat om naleving, vooral in landen met een beperkte infrastructuur of een beperkte juridische afstemming op de EU-normen. Bedrijven moeten:
- Vraag leveranciers om documentatie waaruit blijkt dat het product afkomstig is, legaal is en geen ontbossingsstatus heeft.
- Zorg voor training en middelen om leveranciers te helpen de EUDR-vereisten te begrijpen en interne capaciteit op te bouwen.
- Voer audits of verificatiecontroles uit in regio's met een hoog risico, met name wanneer er kleine boeren of tussenpersonen bij betrokken zijn.
Proactieve betrokkenheid van leveranciers versterkt het vertrouwen, verhoogt de betrouwbaarheid van gegevens en helpt bedrijven zich aan te passen aan toekomstige regels op het gebied van due diligence op het gebied van milieu en mensenrechten.
Handhaving, sancties en juridisch risico
De EUDR omvat een robuust handhavingskader dat is ontworpen om daadwerkelijke naleving te waarborgen en overtredingen op de EU-markt te ontmoedigen. De handhaving is gedecentraliseerd: elke lidstaat is verantwoordelijk voor de uitvoering van en het toezicht op de regelgeving binnen zijn rechtsgebied. De Europese Commissie zorgt voor coördinatie, publiceert risicoclassificaties en kan inbreukprocedures starten indien nationale autoriteiten niet optreden.
Toezichthoudende autoriteiten en inspecties
EU-lidstaten zijn verplicht bevoegde autoriteiten aan te wijzen die toezicht houden op de naleving en mogelijke overtredingen onderzoeken. Deze autoriteiten spelen een cruciale rol bij het waarborgen van de consistente en eerlijke toepassing van de regelgeving in alle sectoren.
Hun verantwoordelijkheden omvatten:
- Toezicht op naleving door middel van zowel routinematige als risicogebaseerde inspecties.
- Het beoordelen van ingediende due diligence-verklaringen en het verifiëren van ondersteunend bewijsmateriaal.
- Het uitvoeren van audits van de due diligence-systemen van exploitanten en handelaren.
- Het onderzoeken van klachten van derden, ook wel ‘gerechtvaardigde zorgen’ genoemd, die kunnen worden ingediend door maatschappelijke organisaties, journalisten of getroffen gemeenschappen.
Autoriteiten zijn bevoegd om inspecties ter plaatse uit te voeren, aanvullende documentatie op te vragen en toegang te krijgen tot geolocatiegegevens en gegevens uit de toeleveringsketen. Bij vermoedens van niet-naleving kunnen zij goederen in beslag nemen, zendingen stopzetten of bedrijfsactiviteiten met betrekking tot de betreffende producten opschorten. Lidstaten moeten tevens jaarverslagen publiceren over handhavingsactiviteiten, inclusief het aantal uitgevoerde controles en de resultaten van onderzoeken, ter ondersteuning van transparantie en verantwoording.
Sancties en gevolgen
Sancties voor niet-naleving van de EUDR zijn proportioneel en afschrikkend. Ze zijn gericht op zowel de financiële als operationele aspecten van de bedrijfsvoering van overtreders. Lidstaten zijn verplicht de regelgeving te handhaven via nationale wettelijke kaders, met sancties die kunnen bestaan uit:
- Boetes tot 4% van de totale jaarlijkse EU-omzet van het bedrijf.
- Inbeslagname van de betreffende producten of de inkomsten uit de verkoop ervan.
- Uitsluiting van deelname aan overheidsopdrachten of overheidsfinanciering gedurende maximaal 12 maanden.
- Tijdelijk verbod op het in de EU-markt brengen of aanbieden van relevante producten.
Naast deze sancties zal de Europese Commissie de namen van bedrijven die de regels overtreden, publiceren, samen met details over de overtreding. Deze openbaarmaking kan leiden tot reputatieschade en verminderd vertrouwen bij belanghebbenden.
Uitdagingen en praktische overwegingen
Hoewel de EUDR goed bedoeld is, brengt de implementatie ervan echte uitdagingen voor bedrijven met zich mee.
Technische en operationele barrières
Veel bedrijven ondervinden praktische moeilijkheden bij de implementatie van EUDR-nalevingssystemen, vooral in complexe wereldwijde toeleveringsketens.
Veelvoorkomende uitdagingen zijn onder meer:
- Beperkte of onbetrouwbare toegang tot geolocatiegegevens voor landbouwpercelen, met name in regio's zonder gedigitaliseerde kadasters of satellietinfrastructuur. Zo kunnen kleine boeren in West-Afrika bijvoorbeeld geen GPS-kaarten of gedocumenteerde landtitels hebben.
- Fragmentatie van de toeleveringsketen, waarbij producten via meerdere tussenpersonen passeren, maakt het moeilijk om de herkomst te traceren. Eén koffieproduct kan tientallen boeren, verwerkers en exporteurs betreffen, die elk hun eigen normen voor administratie hanteren.
- Bestaande IT-systemen bieden mogelijk geen ondersteuning voor traceerbaarheid op batch- of perceelniveau, waardoor kostbare upgrades of nieuwe tools nodig zijn.
Deze technische en operationele problemen vertragen vaak de due diligence-inspanningen en verhogen de nalevingskosten, vooral voor kleinere bedrijven of bedrijven die actief zijn in landen met een hoog risico.
Juridische en strategische overwegingen
EUDR-naleving brengt ook juridische en strategische uitdagingen met zich mee, vooral voor bedrijven die van buiten de EU kopen.
Een belangrijke zorg is het mogelijke conflict tussen de EU-normen voor due diligence en de lokale wetgeving in producerende landen. Zo kan in Brazilië of Indonesië legale ontbossing toegestaan zijn volgens de nationale regelgeving, terwijl dit nog steeds niet voldoet aan de strengere definitie van "ontbossingsvrij" in de EUDR (datum: 31 december 2020).
Dit creëert wrijving op de volgende plaatsen:
- Leveranciers zijn legaal actief in hun eigen land, maar voldoen niet aan de milieucriteria van de EU.
- Exporteurs moeten kiezen tussen behoud van toegang tot de EU-markt of ondersteuning van binnenlands beleid.
Bedrijven moeten deze juridische discrepanties zorgvuldig beoordelen en sourcingstrategieën ontwikkelen die de risico's minimaliseren. Dit kan onder meer inhouden dat lokale overheden worden ingeschakeld, dat er wordt samengewerkt met ngo's of dat jurisdictiebenaderingen worden ondersteund om regionale praktijken af te stemmen op de verwachtingen van de EUDR.

Ondersteuning van bedrijven bij EUDR-naleving
EUDR.co helpt bedrijven complexe regelgeving om te zetten in gestroomlijnde, beheersbare workflows. Nu de EU-ontbossingsverordening strenge traceerbaarheids- en due diligence-vereisten introduceert, biedt het bedrijf een digitale oplossing die elke stap vereenvoudigt – van geolocatieverificatie en het verzamelen van leveranciersgegevens tot het automatisch indienen van due diligence-verklaringen. Het platform is ontworpen om ervoor te zorgen dat bedrijven van elke omvang met vertrouwen, efficiëntie en auditgereedheid aan de EUDR-vereisten kunnen voldoen.
EUDR.co begrijpt dat compliance niet alleen draait om het afvinken van vakjes – het gaat om het opbouwen van vertrouwen, het verminderen van risico's en het beschermen van de bedrijfswaarde op lange termijn. De tools integreren naadloos met bestaande systemen, ondersteunen meertalige toeleveringsketens en passen zich aan de complexiteit van de sourcing aan. Of een bedrijf nu zijn eerste DDS voorbereidt of compliance opschaalt naar duizenden landbouwbedrijven, eudr.co biedt de ondersteuning en infrastructuur die nodig zijn om legaal verkregen, ontbossingsvrije handel te realiseren.
Conclusie
De EU-ontbossingsverordening markeert een grote verandering in de manier waarop bedrijven hun wereldwijde toeleveringsketens moeten beheren. De verordening stelt strenge wettelijke eisen om ervoor te zorgen dat alleen ontbossingsvrije, legaal verkregen producten de EU-markt bereiken. Voor bedrijven is de EUDR niet alleen een milieuvereiste, maar ook een zakelijke noodzaak.
Door nu actie te ondernemen, kunnen bedrijven juridische risico's verminderen, hun reputatie beschermen en voldoen aan de stijgende verwachtingen van toezichthouders, investeerders en klanten. Hoewel het nalevingsproces complex kan zijn, biedt het ook een kans om sterkere, duurzamere toeleveringsketens op te bouwen en bij te dragen aan een betekenisvolle wereldwijde impact.
Veelgestelde vragen
1. Wat is het hoofddoel van de EU-ontbossingsverordening?
De EUDR wil voorkomen dat producten die verband houden met ontbossing en bosdegradatie via de EU worden verkocht of geëxporteerd. Daarmee ondersteunt de EU de klimaat- en biodiversiteitsdoelstellingen.
2. Wie moet zich aan de EUDR houden?
Marktdeelnemers en handelaren die handelen in relevante producten op de EU-markt, moeten zich, ongeacht hun vestigingsplaats, aan de vereisten van de verordening houden.
3. Welke producten vallen onder de EUDR?
De verordening is van toepassing op zeven belangrijke producten die verband houden met ontbossing: vee, cacao, koffie, palmolie, rubber, soja en hout. Daarnaast omvat de verordening een breed scala aan afgeleide producten, zoals chocolade, meubels, leer, papier en rubberproducten zoals banden. Alleen producten die vermeld staan in de douanewetgeving in bijlage I van de verordening, vallen onder het toepassingsgebied. Bedrijven moeten hun goederen daarom controleren met behulp van officiële EU-douaneclassificatiemiddelen.
4. Wat gebeurt er als een bedrijf zich niet aan de regels houdt?
Bij niet-naleving kunnen zware straffen worden opgelegd, waaronder boetes tot 4% van de EU-omzet, inbeslagname van producten en uitsluiting van EU-financiering of -contracten.
5. Wat is een due diligence-verklaring?
Het is een formele verklaring van bedrijven waarin zij bevestigen dat hun product ontbossingsvrij is, legaal is geproduceerd en dat de vereiste controles zijn uitgevoerd.
6. Worden kleine bedrijven anders behandeld?
Ja. Het MKB heeft te maken met uitgestelde deadlines en vereenvoudigde verplichtingen, maar moet er nog steeds voor zorgen dat de producten die zij verkopen voldoen aan de EUDR-normen.
7. Hoe moeten bedrijven zich voorbereiden?
Om zich voor te bereiden op EUDR-naleving, moeten bedrijven beginnen met het beoordelen van hun productlijnen en vaststellen welke artikelen binnen de reikwijdte van de verordening vallen. Ze moeten samenwerken met leveranciers om geolocatie- en wettelijke nalevingsgegevens te verkrijgen, contracten bijwerken om aan de EUDR-verwachtingen te voldoen en interne systemen voor traceerbaarheid en documentatie implementeren. Het vormen van cross-functionele teams, investeren in digitale tools en het al vroeg in de toeleveringsketen transparant maken, zijn essentieel om nalevingsrisico's te verminderen en verstoringen te voorkomen. Vroegtijdige actie positioneert bedrijven ook als koploper op het gebied van duurzaamheid in hun sector.